Geschiedenis

Geschiedenis

Een stuk Tiens erfgoed in volle glorie gerestaureerd

1798

Wat later het ‘ goed Van den Bossche’ – waartoe het stadspark en het verkochte huis behoort – zou worden genoemd, werd in 1798 eigendom van notaris G. Crampen. De boomgaard werd al snel doorverkocht aan Felix Loyaerts die er tijdens het eerste decennium van de 19de eeuw een huis liet bouwen .

1827

In 1827 behoorde het onafgewerkte huis toe aan weduwe Pitteurs. Na haar dood in 1837 kwam de woning in handen van Pierre-Antoine Van den Bossche die er zich met zijn familie vestigde. Hij was één van de grondleggers van de Tiense suikerindustrie. In 1836 was hij medeoprichter van de suikerfabriek aan de Kabbeekvest. Hij overleed in 1851 en Eugène Van den Bossche erfde het huis met aanhorigheden.

1886

In 1886 werd Léon-Pierre-Charles Van den Bossche, kleinzoon van Pierre-Antoine, de volgende erfgenaam. Als diplomaat leerde hij in Constantinopel (het latere Istanboel) de exotische Ikbal Berzeg kennen. Zij, zelf afkomstig uit een Circassische familie, was de weduwe van de Turkse diplomaat Kiazim Kéçecizadé, zoon van een zeer invloedrijke familie binnen het Ottomaanse Rijk. 

Het koppel keerde terug naar Tienen en huwde er op 24 oktober 1884, waarna Ikbal afstand deed van haar geloof, afkomst en familie. Hij zette een punt achter zijn diplomatieke carrière, werd afgevaardigd beheerder van het familiebedrijf en korte tijd senator voor de katholieke partij. 

Als amateurbotanicus bouwde hij de tot eind 18e eeuw kloostertuin uit tot een prachtige, internationaal gerenommeerde plantentuin met arboretum. Hij bracht er meer dan 3.000 soorten en variëteiten samen. Hij doopte zijn tuin ‘Hortus Thenensis’. Het huidige stadspark is er een vage maar herkenbare getuige van. Foto’s en prentkaarten van rond 1900 laten een prachtig aangelegde, tot in het detail verzorgde tuin met serres zien.
De vroegere oranjerie en enkele van de oude smeedijzeren serres zijn nog bewaard. Na de dood van het echtpaar Van den Bossche – Berzeg erfde notaris Albert Vinckenbosch het domein. Hij vestigde er zich in 1911 en verkocht het goed in 1923 aan de Tiense Suikerfabriek.

1928

Vanaf 1928 werd het huis bewoond door Paul-Georges Kronacker, echter enkel als afgevaardigd beheerder van de NV Tiense Suikerraffinaderij. Hij was zelf nooit eigenaar van het ‘goed Van den Bossche’. Huis en tuin kregen een mondain Engels tintje met een garage, een zwembad (de huidige vijver) en een tennisveld. Dit alles werd bekostigd door de eigenaar, de Tiense Depositokas. 

Antwerpenaar Kronacker, vanaf 1949 baron, was vooral bedrijvig in de suikerindustrie. Als liberaal politicus was hij senator en later voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers.

1944

Reeds in 1944 deed het domein dienst als stadspark. Een vleugel van het vroegere huis werd in 1946 toegewezen aan het pas gestichte ‘Nationaal Werk voor Kinderwelzijn’, het huidige ‘Kind en Gezin’, dat hier de naoorlogse zuigelingen raadpleging organiseerde. Vanaf 1947 nam de bibliotheek haar intrek in het woonhuis. 

In 1950 ruilde de Tiense Depositokas het goed voor het perceel aan het Begijnhof waar het gebombardeerde Gasthuis had gestaan. Zo kwam een groot deel van het vroegere familiedomein in handen van het Tiense Commissie voor Openbare Onderstand, die het aan de stad in erfpacht gaf. Zo werd het goed officieel als stadspark erkend. 

Waar voorheen het tennisveld was, werd in 1952 een gespecialiseerde zuigelingenkliniek gebouwd: de ‘stichting Marguerite-Marie Delacroix’, in de volksmond ‘Bon Lait’ genoemd.

2013

Toen de bibliotheek in 1993 naar de huidige locatie aan de Grote Markt verhuisde, kwam het huis leeg te staan. De huidige eigenaar van het ‘goed Van den Bossche’, Tom Decuypere, beschikt sinds 2013 over een goedgekeurde bouwvergunning om het huis te restaureren om er een hotel en brasserie in onder te brengen. Over afzienbare tijd zien de Tienenaars elkaar op het terras van de brasserie aan het stadspark of zoals Léon Van den Bossche zijn tuin noemde ‘Hortus Thenensis’.

2018

De afwerking van het hotel is een feit . In volle glorie herrijst het pand als een feniks uit zijn spreekwoordelijk as. De praal en de pracht van het goed en het stadspark zijn in ere hersteld.